Met de Honkbalweek in aantocht blikken we met de rubriek “Hoe is het nu met….”; wekelijks terug naar de Honkbalweek door de jaren heen. Herinneringen van (oud)spelers, scheidsrechters, vrijwilligers en supporters.
“Hoe is het nu met Johnny Balentina”;
Catcher en buitenvelder, speelde tientallen jaren voor verschillende hoofdklasseclubs en het Nederlands team.
Mooiste herinnering aan de Honkbalweek:
“Mogen dat er ook een paar zijn? Sowieso het bomvolle stadion op de woensdagavonden. Enthousiast publiek, muziek, er werden liederen gemaakt en gezongen. Voor mij hadden ze een tekst gemaakt op ‘Oh Sjonnie’; van Tante Leen. En elke keer als ik het veld opkwam begon het publiek te zingen: “Oh Sjonnie, sla een hitje voor mij alleen, oh Sjonnie want voor ons ben je de enige nummer 23”. Zoiets was het, het rijmde niet maar ik kreeg er elke keer weer kippenvel van. Mijn verkiezing tot MVP van het toernooi in 2004 was ook heel erg mooi. Nu ik er over praat krijg ik weer helemaal zin om naar de Honkbalweek te gaan deze zomer. Wie weet…..”
Favoriete speler en coach:
“In die tijd keek ik op tegen jongens als Marcel Joost en Robert Eenhoorn. Nu ben ik groot fan van Didi Gregorius. Ik heb in mijn carrière heel wat coaches gehad en van iedere coach neem je natuurlijk wel iets mee. Het meest heb ik denk ik gehad aan Charles Urbanus die me vooral in mijn begintijd veel kansen heeft gegeven. David Daniels, we noemden hem Double D, liet me op een andere manier naar honkbal kijken en zag een leider in mij. Hij heeft me gestimuleerd die rol op te pakken. Tot slot Robert Eenhoorn. Die kwam net terug uit de Major League en had het echte grote werk gezien en gedaan. Dat hij veel vertrouwen in me had is heel belangrijk voor me geweest.”
Doe je nog steeds iets in het honkbal?
“Jazeker! Dat leer je ook nooit meer af haha. Ik woon inmiddels weer op Curaçao en ben daar manager van de Wildcats, kampioen van Curaçao. Voormalig Major Leager Yurendell de Caster heeft trouwens net bij ons getekend, daarmee halen we een bak ervaring in huis. Verder geef ik trainingen aan de jeugd en organiseer honkbalkampen. En ik speel nog best fanatiek in een veteranenteam. Want ja, eens een honkballer, altijd een honkballer.”