Han Urbanus, die in vier decennia in de Hoofdklasse speelde, elf No-Hitters gooide en 17 jaar voor de Nationale Ploeg uitkwam, is op vrijdag (5 februari) overleden op 93-jarige leeftijd. Met het Nederlands Honkbal Team won Han Urbanus zeven opeenvolgende Europese titels. Urbanus nam ook deel aan Major League Spring Training met New York Giants, was lid van de Nederlandse Hall of Fame en was een levende legende en een Nederlands honkbal-icoon.
Johannes Hendrikus Urbanus werd geboren op 22 juni 1927 in Rotterdam. Han Urbanus was de jongere broer van Charles Urbanus, die eveneens werd geboren in Rotterdam in 1914. Toen Han zo’n zeven jaar oud was verhuisde de familie Urbanus naar Amsterdam in de beginjaren dertig. Het was daar dat de twee Urbanus-broers nauw betrokken raakten bij OVVO, waar zij aanvankelijk voetbalden. Toen OVVO op 1 januari 1935 een honkbal-afdeling oprichtte ging Charles ook honkballen. Op 11-jarige leeftijd vergezelde Han zijn oudere broer naar een honkbaltraining. Hij paste een handschoen, begon wat ballen te gooien en de rest in geschiedenis.
Charles Urbanus werd een basisspeler van de hoofdmacht van OVVO en speelde tot in het begin van de jaren zestig voor de ploeg. Toen had hij zich al meer op coaching gericht en in de laatste jaren van zijn spelersloopbaan leidde hij de Amsterdamse ploeg als speler/coach.
Han Urbanus werd al vroeg een werper. De rechtshander maakte zijn debuut in het team van OVVO in 1946 toen de ploeg promoveerde naar de hoogste afdeling. Een jaar later (1947) speelde OVVO voor het eerst in de Eerste Klasse (toen de hoogste afdeling). Dat was het begin van een zeer succesvolle periode voor zowel de club als voor de Urbanus-broers.
In 1949 veroverde OVVO voor het eerst de kampioenstitel. Hierna pakte de ploeg de titel ook in de volgende vier jaar. Hiermee werd OVVO de eerste ploeg in de Nederlandse honkbalhistorie die in vijf opeenvolgende jaren landskampioen werd.
Andere spelers van OVVO in die beginjaren, naast de Urbanus-broers, waren Gerrie Altink, Hans Boersma, Hennie de Lugt, Frits Meijer, Arie Pieneman, Co Roozendaal, Nico Tuinder, Theo van der Walle en Simon Weij.
In latere jaren waren ondermeer Jan Bruning, Flip le Cuivre, Aart Kruijs, Hennie Regeling, Max Rietbergen en Martin Rosenkrantz teamgenoot van Han Urbanus bij OVVO.
Vanaf het begin was Han Urbanus één van die werpers die een hele wedstrijd gooiden, wat de stand ook was. Nadat hij in zijn eerste twee seizoenen in de hoogste afdeling (1947-1948) de nodige ervaring had opgedaan begon Han Urbanus vanaf 1949 te domineren. Hij gooide niet alleen wekelijks een complete wedstrijd, hij schakelde ook zeer regelmatig tien of meer slagmensen met drie slag uit in een wedstrijd.
In het eerste Hoofdklasse-seizoen van OVVO (1947) begon de ploeg niet goed en verloor de eerste zes wedstrijden. Maar op 22 juni won OVVO met 11-5 van het Haarlemse EDO. Han Urbanus gooide een complete wedstrijd, stond maar drie honkslagen toe, kwam tot dertien keer drie slag en verdiende zijn eerste overwinning.
In het seizoen 1949 leidde hij OVVO naar de eerste kampioenstitel en was de winnende werper in tien van de 14 wedstrijden die de ploeg speelde. Tweemaal eindigde een duel in een gelijkspel. Helaas zijn er geen officiële statistieken van die seizoenen, maar in het seizoen 1949 had Urbanus minimaal 191 keer drie slag. In zijn loopbaan als werper is zijn geschatte aantal strikeouts meer dan 1.900. Daarmee was hij lang de all-time recordhouder. In het seizoen 1949 gooide Urbanus tweemaal 20 keer drie slag in een wedstrijd, beide keren tegen Blauw-Wit, dat toen één van de topteams was. Opmerkelijk genoeg kwam Urbanus tot deze prestaties terwijl hij dat jaar ook nog in militaire dienst zat. Hij was gelegerd in het Brabantse Vught. ’s Avonds leidde hij trainingen bij de zuidelijke clubs PSV, Longa en Pacifico. En in het weekeinde reisde hij naar Amsterdam om bij OVVO te zijn.
Urbanus onderstreepte zijn kracht als werper in het seizoen 1949 met het gooien van de eerste van zijn elf No-Hitters, waarvan een record-aantal van negen voor OVVO in de hoogste afdeling. In die jaren speelde het Nederlands Honkbal Team jaarlijks wedstrijden tegen België, meestal zowel uit als thuis. Op 19 juni 1949 debuteerde Urbanus in het Nederlands Team en was de winnende werper in een 6-4 overwinning in een duel dat werd gespeeld in het Belgische Antwerpen. In dit duel vormde hij een duo met Frits Meijer, die ook zijn catcher was bij OVVO. Minder dan twee maanden later keerde Urbanus terug op de heuvel voor Oranje toen tegen België werd gespeeld in Rotterdam op 7 augustus. Op het veld van Sparta kwam Nederland tot een 14-0 shutout tegen de Belgen. Urbanus gooide het hele duel, had tien strikeouts en gooide een No-Hitter.
Han’s broer Charles was de derde honkman in het eerste duel en de korte stop in het tweede. Andere spelers in het Nederlands Team tijdens deze twee wedstrijden waren Teun Gaartman, Joop Geurts, Trinus Holewijn, Gé Hoogenbos, Frits Meijer, Joop Nusse, Joop Odenthal, Wim Prins, Jan Smidt en Cor Wilders. Jan Smidt, eveneens een sterke werper, speelde in deze twee wedstrijden in het infield.
Twee jaar later, op 24 juni 1951, gooide Urbanus weer een No-Hitter als werper van het Nederlands Team tegen België in Amsterdam in de eerste van twee ontmoetingen dat jaar. Het duel, gespeeld in het voetbal-stadion van Ajax, werd met 6-0 gewonnen. Geurts, Holewijn en Hoogenbos speelden ook weer voor Oranje, net als spelers als Piet Duinker, Martin Jole, Henk Keulemans en Hennie de Lugt.
Zoals gezegd domineerde Han Urbanus als werper in de hoogste afdeling vanaf 1949, net zoals zijn ploeg OVVO. In de jaren vijftig waren er aantrekkelijke wedstrijden wanneer OVVO tegenover sterke ploegen stond als HHC, Schoten, Blauw-Wit, VVGA, EHS en Sparta (dat in 1955 in de hoogste afdeling debuteerde). Wanneer deze ploegen tegenover elkaar stonden waren de vele toeschouwers verzekerd van een aantrekkelijk duel met goed slagwerk en vooral sterke pitching. In die jaren waren er verschillende pitching-duels tussen Han Urbanus en Jan Smidt (HHC), Nico Brands (VVGA), Joop Schuitemaker (EHS) en Jaap de Koning. In 1959 debuteerde een speler in het team van VVGA en werd eveneens een heuvel-legende: Herman Beidschat, die een jaar later ging spelen voor EHS.
Door de jaren heen werd altijd gezegd dat de heuvel-rivaliteit tussen Han Urbanus en Jan Smidt de langste en meest aantrekkelijke was, want de twee waren aan elkaar gewaagd. Een paar jaar geleden stelde Smidt dat hij altijd genoot van deze wedstrijden. ,,Ik hield van die ontmoetingen, maar Hannie was simpelweg de betere werper. Hij was gewoon de beste speler in alles”, aldus Smidt in een interview met de auteur van dit verhaal een paar jaar geleden.
Op 7 juli 1951, twee weken na zijn tweede No-Hitter als werper van Oranje, gooide Han Urbanus zijn eerste No-Hitter in de hoogste afdeling voor OVVO. Op die dag speelde OVVO een uitduel bij VVGA in wat een werpersduel werd, want zowel Urbanus als VVGA-pitcher Johnny Hoitzing stonden geen punten toe. OVVO won met 1-0 en het enige punt werd in de negende inning gescoord op een bad-hop honkslag van Han’s broer Charles Urbanus.
Twee jaar later gooide Han Urbanus zijn tweede No-Hitter in de hoogste afdeling. Op 16 augustus 1953 speelde OVVO weer bij VVGA en won dit keer met 3-0. Met de winst werd OVVO kampioen van de A-poule. Doordat de hoogste afdeling in dat seizoen uit twee poules bestond moest OVVO het na het seizoen opnemen tegen de winnaar van Poule B in een duel dat door duizenden toeschouwers werd bijgewoond op het neutrale veld van Zeeburgia in Amsterdam. De tegenstander was HHC en dat resulteerde weer in een duel tussen Urbanus en Smidt, die beiden maar één honkslag toestonden! OVVO won met 2-0 (op een paar fouten) en veroverde hun vijfde opeenvolgende kampioenstitel.
Vanaf 1954 zou Han Urbanus nog eens zeven No-Hitters gooien om de all-time recordhouder te worden met negen! Een record dat nooit zal worden gebroken! Urbanus gooide tweemaal twee No-Hitters in één seizoen (1954, 1956). Jan Smidt gooide vier No-Hitters in zijn loopbaan.
Urbanus gooide zijn negende en laatste No-Hitter op 13 augustus 1961. Op dat moment in zijn loopbaan had de toen 34-jarige Urbanus zijn plek op de heuvel min of meer ingewisseld voor een positie in het infield, voornamelijk als tweede honkman. Echter, in het seizoen 1961 maakte hij een rentree op de heuvel en toonde aan dat hij nog altijd één van de beste (wellicht de beste) werpers was. Op de genoemde datum kwam Urbanus tot een 2-0 shutout tegen Schoten en werd bijna de eerste wedstrijd in de historie met een Perfect Game. Echter, één slagman van Schoten wist het honk te bereiken. Dat was Gerrit Nanne, die in de zesde inning vier wijd kreeg.
Han Urbanus was niet alleen een fantastische werper, hij kon ook goed overweg met de knuppel. Hij was een solide slagman met power en sloeg regelmatig een homerun. Hierdoor was hij een zeer all-round speler die van grote waarde was voor niet alleen zijn club OVVO, maar ook het Nederlands Team.
Han Urbanus werd vijfmaal gekozen tot Beste Werper in zijn lange en indrukwekkende loopbaan. Hij won de prijs driemaal op rij, 1953, 1954, 1955, en daarna opnieuw in 1957 en 1958. Tussendoor (1956) was Jan Smidt de Beste Pitcher. Urbanus leidde de competitie in strikeouts in 1955 met 213 en dat was het hoogste naoorlogse aantal sinds Roel de Mon voor een record had gezorgd met 225 in 1940. Het duurde tot 1980 voordat het totaal van 213 strikeouts werd geëvenaard. In dat seizoen kwam de Amerikaanse linkshander Craig McGinnis eveneens tot 213.
Urbanus was driemaal de Meest Waardevolle Speler. In 1954 en 1955 werd hij gekozen tot Beste All-Rounder (de voorloper van de MVP-award), waarna hij Meest Waardevolle Speler was in 1961 in zijn comeback-seizoen als domineerde pitcher. In 1959 was Urbanus Beste Slagman met een .348 slaggemiddelde.
Han Urbanus speelde in vier decennia in de hoogste afdeling (1947-1970). Zijn 24 Hoofdklasse-seizoenen (voor één club) waren lang een record.
Na zijn debuut in het Nederlands Team in 1949 maakte Han Urbanus tot en met 1965 deel uit van de ploeg. In de beginjaren van zijn Oranje-periode werd alleen jaarlijks tegen België gespeeld. De ploeg speelde soms ook tegen Amerikaanse teams van militaire bases die zich bevonden in het toenmalige West-Duitsland.
In 1956 nam het Nederlands Team voor het eerst deel aan het Europees Kampioenschap. Onder leiding van speler/coach Henk Keulemans veroverde de ploeg de titel op het evenement dat werd gespeeld in Rome (Italië). Dit was de eerste van zeven opeenvolgende Europese titels tot en met 1965. Tijdens deze zeven EK’s bleef het Nederlands Team ongeslagen! Han Urbanus was tijdens al deze toernooien een belangrijke speler, eerst als werper en later, in de jaren zestig, als infielder en powerhitter. Twee van deze titels werden gewonnen voor eigen publiek, want in 1958 en 1962 werd het Europees Kampioenschap georganiseerd in Amsterdam. Op het veld van OVVO, de club van de Urbanus-broers, werd een tijdelijk stadion neergezet en won Nederland de titel.
Het was in deze jaren dat de Europese rivaliteit tussen Nederland en Italië vorm begon te krijgen. Nederland won telkens van de Italianen tijdens deze zeven Kampioenschappen. Echter, de onderlinge wedstrijden waren altijd interessant, wat de uitslag ook was, want het betekende een heuvel-ontmoeting tussen Han Urbanus en de Italiaanse legende Giulio Glorioso.
In 1956 en 1957 plaatste de winnaar van het Europees Kampioenschap zich ook voor deelname aan de Global World Series later in het jaar. En zo reisde Nederland naar de USA in 1956 (Milwaukee) en 1957 (Detroit) om te spelen tegen Puerto Rico, Colombia, Venezuela en Canada. Dit waren de eerste internationale wedstrijden tegen teams van buiten Europa en het werd duidelijk dat deze ploegen te sterk waren. Nederland verloor alle wedstrijden tijdens deze twee evenementen, maar de spelers deden enorm veel ervaring op door niet alleen tegen deze teams te spelen, maar ook deel te nemen aan een dergelijk evenement. Voor aanvang was afgesproken dat de spelers die uitkwamen voor het team dat in 1956 en 1957 de Europese titel veroverde ook naar de USA zouden afreizen.
Nico Brands, Joop Geurts, Martin Jole, Henk Keulemans, Herre Kok, Henk Lukkien, Jan Smidt, Han Urbanus en Dolf de Zwart namen deel aan beide Global World Series. In 1956 speelden ook Gé Hoogenbos, Ruut Jongeling, Frans Klooster, Ruud Kok, Frits Meijer, Harry Nijhuis en Charles Urbanus. En in 1957 bestond de ploeg verder uit Joop Bakker, Nol Houtkamp, Leo Kops, Henny van Lieshout, Piet de Nieuwe en Henny Regeling.
In 1961 maakte Nederland weer een trip naar de USA. Dit keer werd een reeks wedstrijden gespeeld tegen het semi-professionele team van de Sullivans in Grand Rapids, Michigan. Han Urbanus behoorde ook toen tot de ploeg, maar dit keer als infielder. De werpers waren Herman Beidschat, Nico Brands, Bobo Echobardo, Jan Smidt en Ruud Zijlstra. De ploeg stond onder leiding van Ron Fraser, die in 1960 de eerste Amerikaan was geworden als Hoofd Coach van het Nederlands Team. Han’s broer Charles was de Assistent Coach.
Een maand na terugkeer uit de USA nam Nederland deel aan een internationaal toernooi in Haarlem en dat zou de eerste editie worden van de bekende Haarlemse Honkbal Week. Naast de reeds genoemde werpers waren de andere spelers Simon Arrindell, Joop Geurts, Teun de Groot, Simon Heemskerk, Rickey Kersout, Henk Keulemans, Leo Kops, Ruben Leyssner, Hennie Regeling, Jan Scheuders en Ben Tromp.
Han Urbanus nam ook deel aan de tweede editie van de Haarlemse Honkbal Week in 1963 en dat was de eerste in het nieuwe Pim Mulier Stadion, dat een paar weken eerder gereed kwam.
In 1964 en 1965 nam Urbanus opnieuw deel aan een Europees Kampioenschap en won zijn zesde en zevende titel met het Nederlands Team, dat dit keer onder leiding stond van de Amerikanen Archie Allen en Glenn Gostick, respectievelijk. In deze jaren was Urbanus voornamelijk infielder. Hij liet ook zien nog altijd een productieve slagman te zijn op internationaal niveau. In het EK van 1964 was het Urbanus die de enige homerun van het evenement sloeg in Milaan (Italië). En in 1965, in Madrid (Spanje), sloeg de toen 38-jarige Urbanus 4-uit-4 in een 16-0 shutout-winst tegen Italië met Giulio Glorioso als hun pitcher. In dat duel sloegen Hamilton Richardson, Hudson John en Simon Arrindell homeruns voor Nederland.
Andere teamgenoten tijdens het EK van 1964 en 1965 waren Herman Beidschat, Arnoud Blom, Wim Crouwel, Rudi Dom, Teun de Groot, Rob Hoffmann, Peter van ’t Klooster, Leo Kops, Ruben Leyssner, Boudewijn Maat, Dobi Peters, Ton Terneuzen, Ben Tromp en Dolf de Zwart.
Han Urbanus stopte als international voor het Nederlands Team na het EK van 1965. Op dat moment had hij in een record-aantal van 64 interlands gespeeld. Dat was toen veruit het hoogste aantal, want hij werd gevolgd door Henk Keulemans (53 games) en Leo Kops (43).
In 1952 kreeg de jonge Han Urbanus een zeer unieke uitnodiging, één van de vele hoogtepunten in zijn lange loopbaan. De getalenteerde werper werd uitgenodigd vier weken lang deel te nemen aan Spring Training met het Major League-team van New York Giants in Phoenix, Arizona (USA). Een jaar eerder was Urbanus geïnterviewd door Albert Balink, de uitgever en redacteur van ‘The Knickerbocker’, een Nederlands/Amerikaans blad voor Nederlandse immigranten in Amerika. Het was Balink die de trip regelde om het honkbal te promoten en stimuleren in Europa. Hierbij kreeg Balink veel steun van New York Giants. Onder de spelers van New York Giants in 1952 waren Willie Mays, Bobby Thomson, Wes Westrum, Al Dark, Monte Irvin en pitchers Hoyt Wilhelm, Sal Maglie, Jim Hearn en Larry Jansen.
Toen Urbanus de uitnodiging in februari ontving werkte hij als assistent-accountant op een kantoor in Amsterdam. Zijn werkgever stelde hem gelijk in de gelegenheid naar Amerika af te reizen. Echter, zijn vertrek leek nog even in gevaar te komen, omdat hij een week eerder angina kreeg. Gelukkig verdween dat een paar dagen later en mocht hij afreizen. In een interview destijds in Het Parool zei Urbanus: ,,Ik vraag me alleen af of ik mee zal kunnen komen met het niveau. En mocht het zo zijn dat ze vragen te blijven als professional dan weiger ik pertinent”. Hij werd omschreven als ‘een kalme en joviale man van 24 jaar’.
De toen 24-jarige Urbanus was de eerste Europese honkballer die de kans kreeg deel te nemen aan een Major League Spring Training-camp. Op Schiphol werd hij uitgewuifd door veel mensen en waren er speeches van bestuursleden van de Nederlandse Bond en zijn club OVVO om hem veel succes te wensen. Met een vliegtuig van KLM vloog Urbanus naar New York en vandaar reisde hij per trein naar Phoenix, samen met zo’n 15 pitchers en catchers van de Giants. In Phoenix nam hij deel aan dagelijkse trainingen en werd begeleid door Frank Shellenback, de Pitching Coach van New York Giants en zelf voormalig Major League-pitcher. Urbanus kreeg ook aanwijzingen van de bekende Giants-Manager Leo Durocher en van pitcher Larry Jansen.
Toen Urbanus een maand later op 15 maart terugkeerde werd hij op het vliegveld verwelkomd door Dick Beets, de Voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond (KNHB), die een paar dagen later het 40-jarig bestaan vierde. Urbanus bracht een instructiefilm mee terug en in de weken en maanden die volgden reisde hij het hele land door om lezingen te geven over pitching, wat hij had geleerd en hoe het is deel te nemen aan een professioneel trainingskamp. Al deze lezingen werden georganiseerd door clubs of de bond in kantines of gehuurde zaaltjes die afgeladen waren met vele honkbal-enthousiastelingen. In een artikel in het Algemeen Dagblad zei Urbanus: ,,Ik heb er tot mijn grote verbazing ervaren dat men in Amerika volkomen anders werpt. Bovendien leerde ik dat de werpers volledig op het pitchen gericht zijn en niet op het zelf slaan”. Urbanus schreef ook vele artikelen over pitching en de juiste manier om een bal te gooien in HonkbalNieuws.
Een jaar later keerde Han Urbanus terug naar de USA, maar dit keer om een heel andere reden. Een zware storm in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 had een grote overstroming tot gevolg in Nederland, noordwest België, Engeland en Schotland. Een combinatie van een stormvloed, hevige winden en springtij zorgden voor een watersnoodramp. De provincie Zeeland, het zuiden van Zuid-Holland en het noordwesten van Noord-Brabant werden zwaar getroffen, want veel dijken konden het water niet stoppen en het land liep onder. Geschat werd dat er 1.835 slachtoffers waren, meer dan 70.000 mensen moesten evacueren en veel gebouwen werden beschadigd. Ook verdronken zo’n 30.000 dieren.
Iets meer dan een maand later, opnieuw op uitnodiging van Albert Balink, reisde Urbanus naar de USA om deel te nemen aan een speciale treinreis. Fred Hotchkiss kwam op het idee om door de Staat New York te reizen om geld in te zamelen met de ‘Plug-the-dike-train’. Hotchkiss was een trein-conducteur in New York, hoorde van de overstroming op de radio en zag een dag later foto’s in kranten. Samen met zijn vrouw bedacht hij het idee rond te rijden met de trein. Zijn werkgever stelde de trein beschikbaar en honderd vrijwilligers werkten mee. Voor vertrek in New York werd de trein gedoopt door de bekende actrice Jane Wyatt, die van moederskant van Nederlandse afkomst was. Haar moeder was Euphemia Van Rensselaer Waddington. De familie Van Rensselaer was één van de eerste Nederlandse families die in 1638 kwam wonen in wat nu New York City is. Jane Wyatt had later een hoofdrol in de comedy-serie Father Knows Best (201 afleveringen, 1954-1960) en won drie Emmy Awards.
In de jaren vijftig en zestig had Han Urbanus zitting in verschillende Bondscommissies. Vanaf 1953 maakte hij een paar jaar deel uit van de Negentalcommissie die de selecties maakte voor de Nationale Ploeg. Andere leden toen waren Dick Beets, Dick Baas, Henk Keulemans en Jo Buizert. Hij keerde halverwege jaren zestig terug in deze commissie, die nu de Technische Commissie heette. Andere leden waren ondermeer Cees Boer Sr., Piet van Deenen, Arie van Driel Krol, Toon Fabrie, Jan Kars, Co Molenaar, Joop Nusse en Dick Vonk. In 1970, zijn laatste jaar in deze commissie, waren Henk Hendriks en Aart Kruijs ook lid.
In de jaren zestig, als lid van deze commissie, werkte Urbanus nauw samen met John Heyt, die een hechte vriend werd. Heyt woonde ook in Amsterdam, in de buurt van het OVVO-veld, maar was vele jaren de Hoofd Coach van het Rotterdamse Sparta. In 1963, onder leiding van Heyt, werd Sparta als eerste niet-Amsterdamse/Haarlemse ploeg landskampioen. Heyt loodste de ploeg ook naar de titel in 1964, 1966 en 1967. Maar een tragedie sloeg toe op Nieuwjaarsdag 1968. Op de avond van 1 januari verliet de 42-jarige Heyt, samen met zijn vrouw Wil en hun 15-jarige dochter Marijke een restaurant in Schiedam. Ze reden met hun wagen door dichte mist op een slecht verlichte weg op een donkere avond. Na het missen van een afslag raakte de wagen te water en hoewel er snel hulp ter plekke was overleefden de drie het ongeluk niet.
In 1959-1968 was Han Urbanus lid van de Spelregelcommissie samen met Dick Baas, Henk de Ruiter, Piet van Deenen en Hans Schotel. Vanwege zijn werk had Urbanus verstand van financiën en zo had hij ook zitting in de Kascontrole/Financiële-commissie in 1960-1968. Andere leden waren ondermeer George Andriesse, Wim Baas, John Oosterbroek, Jan Sibille en Dick Vonk. In 1966-1970 zat Urbanus in de Commissie Opleidingen. Andere leden waren toen ondermeer Piet van Deenen, Jan Kars, Henk Kempen, Henk Knol, Charles Urbanus, Theo Vleeshhouwer en Dick Vonk. Han Urbanus maakte deel uit van de Strafcommissie van het toenmalige Rayon Amsterdam in 1979-1981.
Vanaf het begin van de jaren zeventig, na zijn spelersloopbaan, bleef Han Urbanus actief voor OVVO, samen met ondermeer voormalig teamgenoot/coach Aart Kruijs. Na afloop van het seizoen 1976 scheidde het eerste honkbalteam van de club zich af en ging verder als Amstel Tijgers. Bij de nieuwe club waren Urbanus en Kruijs bestuursleden en leidden de club vele jaren. Echter, na het seizoen 1988 was het niet meer mogelijk om zelfstandig verder te gaan met Amstel Tijgers en volgde een fusie met het Bussumse HCAW. Het is door deze fusie dat het jaarlijkse In Memoriam Charles Urbanus Sr. Toernooi (dat sinds 1981 wordt georganiseerd) verhuisde van Amstel Tijgers naar HCAW.
Han Urbanus werd verschillende keren onderscheiden. In 1952 kreeg hij de Slugger voor het promoten van de honkbalsport na de terugkeer van zijn trip naar New York Giants en zijn vele lezingen hierna door het hele land. De Slugger is de hoogste onderscheiding van de Nederlandse Bond voor personen/organisaties die een belangrijke bijdrage hebben geleverd ter promotie van de honkbal/softbalsport in het voorgaande jaar (of jaren).
In 1959 ontving Urbanus het Bondsonderscheidingsteken van de Bond, waarna hij in 1963 werd benoemd tot Lid van Verdienste. In 1968 werd hij benoemd tot Erelid van het Rayon Amsterdam.
Op 3 mei 1984 behoorde Han Urbanus tot de tweede groep van 13 personen die werd opgenomen in de Hall of Fame van het Nederlands Honkbal en Softbal Museum met Eregalerij. Ook opgenomen toen werden zijn broer Charles en Han’s langdurige vriend John Heyt.
Han Urbanus was de pater familias van de bekende Urbanus-familie, één van de zeer weinigen met drie generaties van honkballers in de hoogste afdeling. Andere 3-generatie families zijn Geestman, Artsen en Crouwel, maar de Urbanus-familie heeft ook drie generaties in de Nationale Ploeg.
Han’s zoon Charles Urbanus (Jr.) (vernoemd naar zijn oom) volgde in zijn voetstappen. Jongere zoon Johan Urbanus speelde ook kort in de hoogste afdeling. Dochter Marianne Urbanus speelde softbal en raakte later nauw betrokken bij honkbal- en softbalvereniging Badhoevedorp, waar ze vele jaren voorzitter was. De vereniging organiseert jaarlijks een toernooi ter nagedachtenis aan Marianne. De Urbanus-dynastie werd voortgezet door Nick Urbanus, de zoon van Charles.
Net als Han begon Charles Urbanus, Jr. zijn honkbal-loopbaan ook bij OVVO. Net als zijn vader was hij aanvankelijk een succesvolle werper en werd later een solide tweede honkman en een gevreesd slagman. Toen de honkbalploeg zich losmaakte van OVVO verhuisden de meeste spelers, waaronder Charles Jr., naar nieuwe club Amstel Tijgers.
Charles speelde in de Hoofdklasse in 15 seizoenen (1971-1976, 1978-1986). Hij kwam veertien jaar uit voor het Nederlands Honkbal Team en net als zijn vader was hij enige tijd record-international met 131 interlands.
Na zijn spelersloopbaan werd Charles coach en deelde zijn kennis in zowel honkbal als softbal. In de Hoofdklasse was Charles de Hoofd Coach van het softbalteam van Terrasvogels, met wie hij landskampioen werd in 1989. Hierna leidde hij de honkbalteams van Neptunus en Amsterdam Pirates en loodste Neptunus naar de titel in 1991 en 1993 en Amsterdam Pirates in 2011.
Han’s kleinzoon Nick Urbanus speelde in de Hoofdklasse voor Amsterdam Pirates in 2009-2018. Hij werd in 2009 de derde Urbanus-generatie in het Nederlands Honkbal Team. Nick speelde ook professioneel in de organisatie van de Major League-club Texas Rangers.
In de afgelopen jaren bleef Han Urbanus, samen met zijn vrouw Riet (die in oktober 2019 overleed), een regelmatig bezoeker van wedstrijden van Amsterdam Pirates. Om hun zoon te zien coachen of hun kleinzoon zien spelen. Han reisde ook met Pirates mee naar het Europa Cup Toernooi in Nettuno (Italië) in 2009.
Naast het bijwonen van veel wedstrijden van de Amsterdamse ploeg was Han Urbanus ook altijd aanwezig tijdens de bijeenkomsten van oud-internationals die worden georganiseerd in Haarlem en Rotterdam tijdens de Haarlemse Honkbal Week en het World Port Tournament. Hij was er ook bijna altijd bij als er een samenzijn was van de reünie-club De Kieviten, dat regelmatig bijeenkomsten organiseert. Aanwezig op het veld als toeschouwer of tijdens zo’n bijeenkomst, Han had altijd een karakteristieke lach op zijn gezicht. Hij had ook altijd tijd voor een praatje of mensen te begroeten. Het was dan ook altijd een groot plezier om hem te ontmoeten.
Han Urbanus was een echte honkbal-legende. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. Hij was een pionier op het gebied van pitching en het onderwijzen van werptechnieken. Tijdens zijn hele loopbaan was Han Urbanus gedreven en gepassioneerd om het beste uit een honkbalwedstrijd te halen, niet alleen van zichzelf, maar ook van zijn teamgenoten. Dezelfde passie was daarna terug te zien bij zijn zoon en kleinzoon.
Han Urbanus zal enorm worden gemist door de Nederlandse honkbal-familie.
Het bestuur van Honkbalweek Haarlem condoleert Han’s zoons Charles en Johan, zijn kleinzoon Nick en overige familie en wenst hen veel sterkte met dit enorme verlies.
(7 februari)
Tekst: Marco Stoovelaar
Bron: Grand Slam * Stats & News
© Foto: Marco Stoovelaar