Op vrijdag bereikte ons triest nieuws vanuit de Verenigde Staten, want de legendarische pitcher en coach Carl Angelo, die met het bekende team van Grand Rapids Sullivans als speler negenmaal deelnam aan de Haarlemse Honkbalweek, is op woensdag (1 juli) op 88-jarige leeftijd overleden. Na de coronavirus-pandemie zal een grote herdenkingsdienst ter nagedachtenis worden gehouden.
Carl Kris Angelo werd geboren op 25 april 1932 in Battle Creek, Michigan. Daar woonde hij zijn hele leven en raakte hij betrokken bij één van de meest succesvolle honkbalteams van het land.
Carl Angelo, die uiterlijk wel wat leek op legende Babe Ruth, was zeven decennia lang actief in het honkbal, als speler of als coach. Hij begon met honkballen ergens in de jaren veertig en stopte in 2002. In de jaren zestig en zeventig werd Carl Angelo een overbekende naam in Nederland door zijn deelname aan de internationale Haarlemse Honkbalweek.
In 1961 maakte het Nederlands Honkbal Team een trip naar Grand Rapids en Kalamazoo in Michigan. Daar speelde Oranje een aantal wedstrijden tegen de Sullivans. Die ploeg was opgezet in 1953 door Bob Sullivan, die toen begin twintig was en een paar jaar eerder was begonnen met zijn bedrijf Sullivan’s Carpet & Furniture in Grand Rapids. Sullivan werd een icoon op zowel zakelijk gebied als in het honkbal in Grand Rapids. Sullivan was ook sponsor van American football en basketbal, was betrokken bij boksen en begon Little League Baseball in Grand Rapids. Bob Sullivan was ook 36 jaar werkzaam als scout voor Detroit Tigers. Door de jaren heen kwamen veel spelers van de Sullivans in het profhonkbal terecht en meer dan vijftig daarvan bereikten te Major League. Sullivans won vele regionale en landelijke titels, waaronder viermaal het kampioenschap van de National Baseball Congress (1960, 1970, 1983, 1984). Bob Sullivan was in al die jaren zelf de Manager van het team.
Carl Angelo honkbalde meer dan vijftig jaar en werd zelf ook een legende. Later bleef hij nog recreatief honkballen tot op hoge leeftijd.
Vele jaren was Angelo eigenaar van een restaurant in Battle Creek en hij werd de rechterhand van Sullivan bij het honkbalteam. Angelo’s Restaurant, dat hij tot en met 2001 beheerde, bevond zich tegenover Bailey Park, het stadion waar het honkbalteam van de Sullivans de thuiswedstrijden speelde. Aanvankelijk was Angelo één van de werpers van het team, later werd hij een Assistent Coach.
In zijn lange honkbal-loopbaan won Carl Angelo 353 wedstrijden, verloor er slechts 69 en gooide 13 No-Hitters. Hij wordt algemeen gezien als de werper met de meeste overwinningen in de geschiedenis van het amateur-honkbal. Carl Angelo is opgenomen in tien Halls of Fame.
In 1963 nam het team van de Sullivans voor het eerst deel aan de Haarlemse Honkbalweek, de tweede edtie van het internationale evenement dat twee eerder voor het eerst was georganiseerd in Haarlem. Carl Angelo was één van de werpers. Het was het eerste van zeven toernooien waaraan hij deelnam, de laatste keer in 1976. Echter, zestien jaar later, in 1992, keerde Angelo terug op de heuvel in Haarlem. Daarna, in 1996, gooide hij nog eens 1/3 inning op 64-jarige leeftijd, waarmee hij de oudste speler ooit werd die heeft deelgenomen aan de Haarlemse Honkbalweek. En zodoende nam hij als speler deel aan negen Honkbal Weken. Daarnaast maakte hij nog eens tijdens vier ‘Weken’ alleen als coach deel uit van de Sullivans, zodat hij totaal aan 13 toernooien heeft deelgenomen. Angelo miste één van de veerrtien trips die de Sullivans naar Nederland maakten.
Carl Angelo was zeer populair bij de toeschouwers, maar dat was aanvankelijk niet het geval tijdens zijn eerste optreden in 1963. In zijn eerste wedstrijd als werper gooide hij de bal hoog over de perstribune het stadion uit. Hij kreeg prompt een waarschuwing van de scheidsrechter en het publiek joelde hem uit. Later in het toernooi haalde Angelo nog meer grappen en grollen op het veld uit en begon populairder te worden bij de fans.
Tijdens zijn deelname in de jaren zestig deed Carl Angelo allerlei gekkigheid. Zo liep hij een keer achterstevoren over de honken nadat hij een homerun had geslagen of kwam hij op een fiets naar de heuvel toen hij moest gooien. Of hij beklom de heuvel met een Schotse kilt aan. Ook kwam een keer naar de heuvel gekleed als brandweerman of stapte hij in het slagperk met een korte broek. Als coach liep hij eens richting eerste honk op klompen.
Het leverde hem de bijnaam ‘Carl de Clown’ op. In het begin was Angelo daar een beetje verbaasd over, maar later accepteerde hij de bijnaam.
Tijdens zijn eerste capriolen dachten verschillende toeschouwers dat hij de sport in de maling nam en dus ook de Nederlandse fans niet serieus nam. Henk Knol, die destijds over honkbal schreef in het Haarlems Dagblad, vroeg Angelo naar de reden achter de grappen die hij maakte.
Angelo antwoordde dat het een door hem speciaal voor het toernooi gecreëerd karakter was. Hij deed het juist ter vermaak van het publiek, want hij vond dat de toeschouwers plezier moesten hebben en vermaakt moesten worden. Toen duidelijk was dat Carl Angelo het publiek niet in de maling nam werd hij door de toeschouwers in de armen genomen en vroeg men zich daarna af wat hij nu weer voor capriolen zou gaan uithalen.
Daarna werd Carl Angelo al snel één van de meest populaire personen in de historie van het toernooi.
Carl Angelo was juist heel serieus met het spelen en coachen van honkbal bezig en wilde het beste voor zijn team. Hij was een getalenteerde speler op High School en op College. In 1954 speelde hij kort professioneel in de organisatie van de Chicago White Sox in de Minor League in wat toen het zogenoemde D-niveau was.
In 1982 zorgde Carl Angelo voor één van de meest memorabele momenten in de geschiedenis van de Haarlemse Honkbalweek. Tijdens de Openingsceremonie speelde hij de volksliederen van de drie deelnemende landen, USA, Japan en Nederland. De avond ervoor was hij zeer nerveus, maar toen vertegenwoordigers van de organisatie zijn versies van de volksliederen goedkeurden besloot Angelo ze te spelen. Na zijn indrukwekkende optreden kreeg Angelo minutenlang een staande ovatie.
Eerder, in 1968, had Angelo ook al op zijn trompet gespeeld, maar toen speelde hij gewoon wat deuntjes voor het publiek.
In 1992 werd de prijs voor de Meest Populaire Speler vernoemd naar Carl Angelo. Toen hij daarover werd geïnformeerd was hij zeer emotioneel.
Sinds dat jaar wordt de Carl Angelo Trophy uitgereikt aan de Meeste Populaire Speler van het toernooi.
Het team van de Sullivans nam veertien keer deel aan de Haarlemse Honkbalweek (1963, 1968, 1969, 1971, 1972, 1974, 1976, 1982, 1988, 1990, 1992, 1994, 1996, 1998). Twaalf daarvan als Sullivans, tweemaal als Little Caesar’s (in 1992, 1994), toen deze pizza-keten de hoofdsponsor was van de ploeg. Het team won de Haarlemse Honkbalweek zes keer (1963, 1968, 1969, 1971, 1988, 1990).
In 2002 keerde Carl Angelo nog een keer terug naar Nederland. Dit keer om er vakantie te houden. Tijdens de 21e editie van de Haarlemse Honkbalweek van dat jaar werden Angelo en de Sullivans geëerd. In het Nederlands Honkbal en Softbal Museum werd het deel ervan dat was opgedragen aan de Sullivans voor hun rol in de historie van de Haarlemse Honkbalweek geopend. Angelo schonk de trompet die hij had gebruikt voor de volksliederen in 1982.
Carl Angelo zal zeker worden gemist door zijn vele fans en vrienden in Nederland. Hij zal nooit vergeten worden en voor altijd verbonden blijven aan de rijke historie van de Haarlemse Honkbalweek.
Het organisatie-comité van de Honkbalweek Haarlem, de medewerkers en de vele fans van het toernooi wensen de familie van Carl Angelo heel veel sterkte.
We will miss Carl, but he will be in our memories forever!
Carl always will be part of the Haarlem Baseball Week!
(tekst: Marco Stoovelaar)